Sportagenda breed gedragen door provinciale politiek
Woensdagavond 15 februari discussieerden provinciale lijsttrekkers en kandidaat-statenleden tijdens het Provinciaal Sportdebat Noord-Holland, georganiseerd door Team Sportservice. Hier werd gesproken over de kansen die sport en bewegen voor de provincie Noord-Holland en haar inwoners brengen.
De partijen VVD, GroenLinks, PvdA, D66, CDA, PvdD, SP, CU en BBB waren in het politieke panel vertegenwoordigd. Het debat trok een volle zaal, met het clubhuis van de Koninklijke HFC als locatie, waarbij aan het slot ambities voor een breder provinciaal sportbeleid werden ondertekend.
Marjan Olfers, hoogleraar Sport en Recht, startte de avond met haar betoog. “Iedereen weet hoe belangrijk beweging is. Waarom is sport dan nog geen kerntaak? De provincie Noord-Holland mag nog wel een tandje harder werken, want er valt nog veel te winnen.”
Verschuiving zichtbaar
De mening dat sport en bewegen van groot belang is, werd in de zaal breed gedeeld. Mede door COVID-19
heeft het maatschappelijk belang van sport en bewegen zich bewezen op meerdere vlakken, zoals gezondheid,
veiligheid en sociale verbinding. Dit maakte dat de sfeer van deze avond anders was dan vier jaar geleden,
tijdens het vorige Provinciaal Sportdebat. Sport op de agenda werd breed gedragen. Tijdens het debat vertelt
Ingrid de Sain (BBB): ‘’Het is zo waardevol voor onze samenleving dat we uitbreiden en goed doen met sport.’’
Het debat werd gevoerd aan de hand van de ‘Agenda Sport en Bewegen 2023 – 2027′ die ambities omvat die
complementair zijn aan de kerntaken van de provincie. Hierbij kwamen de volgende vijf thema’s terug:
Toegankelijk en inclusief sport- en bewegingsaanbod, Duurzame voorzieningen, Beweegvriendelijke omgeving,
Sterke sportverenigingen in vitale wijken en kernen en Noord-Holland gezond en vitaal in beweging.
Noord-Holland loopt achter
Ondanks dat er meer goede intenties werden uitgesproken dan vier jaar geleden, valt niet te ontkennen dat
Noord-Holland de afgelopen jaren achterop is geraakt bij andere provincies. De provincie Noord-Holland zou
een goed voorbeeld kunnen nemen aan provincies als Friesland en Gelderland, die meer en structureel
investeren in de maatschappelijke kracht van sport en bewegen. Dennis Heijnen (CDA): ‘’We hebben de afgelopen
vier jaar al gekeken naar hoe we sport belangrijker kunnen maken in de provincie. Bijvoorbeeld door kennisfuncties
structureel te maken, waarmee besturen en verenigingen kunnen worden ondersteund.’’
Na afloop van het debat werd de sportagenda met vijf ambities ondertekend door alle aanwezige partijen. Met
de ondertekening van de ambities geven de partijen aan dat ze de intentie hebben om deze ambities na de
verkiezingen van 15 maart mee te nemen naar de onderhandelingstafel. Hiervoor gaf Rudmer Heerema
(Tweede Kamerlid en sportwoordvoerder VVD) advies: “Start de coalitieonderhandelingen met het thema
sport in plaats van dit altijd als laatste aan bod te laten komen. Dan heb je het maar gehad en kan je daarna
over de minder leuke dingen onderhandelen.”
De conclusie aan het eind van het sportdebat was zonneklaar: neem sport en bewegen structureel mee in de volgende coalitieperiode in Noord-Holland.